Monumentaal Scheepvaarthuis

Begin 20e eeuw besluiten zes rederijen de krachten te bundelen in een gezamenlijk hoofdkantoor. Hier zullen de kaartjes voor de zeereizen naar onder andere Nederlands Oost-Indië en Afrika verkocht worden. De Prins Hendrikkade is een uitstekende plek: vlakbij de Oostelijke Handelskade, waar de schepen aankomen en vertrekken. Er is een onwrikbaar geloof in de scheepvaart: beheersing van de zee betekent beheersing van de handel. Het voorziene gebouw moet dan ook grandeur en macht uitstralen. In 1912 krijgt architect Van der Meij opdracht tot het ontwerp van dit boegbeeld.

Bekijk video

Amsterdamse School-stijl

Van der Meij laat zich inspireren door de Art Nouveau-stroming en geeft daar zijn eigen Nederlandse draai aan. Deze stijl kenmerkt zich expressieve dynamiek, veel ornamenten en kleurrijke decoraties en wordt later bekend als de Amsterdamse School-stijl. Van der Meij vraagt anderen mee te doen zodat er een Gesamtkunstwerk ontstaat. Het team jonge kunstenaars leeft zich uit in maritieme motieven, die tot in detail worden doorgevoerd. Golven, zeedieren en schepen zijn vrijwel in alles terug te vinden: in het glas-in-lood, de beeldhouwwerken en het marmer maar ook in inrichtingselementen zoals tapijten, stoelen en behang. Het kost drie jaar om de eerste fase van het Scheepvaarthuis te voltooien.

Scheepvaartkantoren

In 1916 hebben de zes rederijen de gewenste prestigieuze plek voor hun scheepvaartkantoren, waar reizigers in een sfeer van luxe hun reis kunnen boeken. Nederlands Oost-Indië (het huidige Indonesië) en Afrika zijn het meest in trek, maar er wordt ook van Java naar New-York, China, Japan en Zuid-Amerika gevaren. De loketten herinneren nog aan de kaartverkoop. In de kluis in de kelder wordt het verdiende geld bewaard.

GVB

Na de Tweede Wereldoorlog trekken de scheepvaartmaatschappijen geleidelijk weg uit het Scheepvaarthuis. In 1983 neemt het gemeentevervoerbedrijf (GVB) zijn intrek in het Scheepvaarthuis. Het gebouw wordt volgens de heersende mode aangepast, hetgeen voornamelijk neerkomt op de aanbreng van pastelkleurige plafondplaten, computervloeren en TL-verlichting. Veel Amsterdammers hebben in de GVB-tijd een vervelende verhouding met het Scheepvaarthuis. Het is de plek waar je je wielklem kunt afbetalen.

Van Eijl

In 1998 biedt de gemeente het gebouw te koop aan. Vastgoedondernemer Van Eijl ziet mogelijkheden om van dit majestueuze gebouw een karakteristiek en charismatisch vijfsterrenhotel te maken. Hij stelt architect Kentie voor de uitdaging het nieuwe ontwerp zo te maken dat iedereen denkt dat het altijd al een hotel is geweest. Er is een grondige verbouwing voor nodig.

Renovatie

In 2003 volgt anderhalf jaar van slopen en breken. Ray Kentie nodigt, de kunstenaars Gertie Bierenbroodspot en Christie van der Haak uit om samen met hem de renovatie te voltooien. Bierenbroodspot maakt litho’s van schelpen, vissen en zeemonsters. Ook de handbeschilderde tegels op de bodem van het zwembad en het porseleinen servies zijn volgens haar ontwerp. Christie van der Haak buigt zich over de stoffering in het hotel. Zij laat zich inspireren door de elegante stijl van Nieuwenhuis.

Opening hotel
Dan opent Grand Hotel Amrâth Amsterdam in juni 2007 zijn deuren. De gasten waarderen de authentieke en historische omgeving waarin ze zich bevinden en laten prachtige recensies na. Dit heeft het hotel al vele prijzen opgeleverd. Grand Hotel Amrâth Amsterdam is dan ook met recht ‘a world of luxury and art’.